Nultolerantie voor grensoverschrijdend gedrag is een must in academiejaar 2022-2023

VVS eist een veilige studieomgeving voor ál wie studeert in het Vlaamse hoger onderwijs

Grensoverschrijdend gedrag blijft een structureel probleem en vereist nú een doortastende aanpak. Naar aanleiding van het begin van academiejaar 2022-2023 wil de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) hier een lans voor breken. Voorzitter Julien De Wit: "In het advies Veilige studietijd pleiten we voor een brede aanpak om de studieomgeving van iedere student in de Vlaamse Gemeenschap écht veilig te maken."

19 september 2022

In maart 2022 overspoelden nieuwsberichten over grensoverschrijdend gedrag nog de Vlaamse media. De ene na de andere hogeronderwijsinstelling werd met de neus op de feiten gedrukt: er vindt – in groten getale – grensoverschrijdend gedrag plaats op de unief of hogeschool. Dat is niet verwonderlijk, want de universiteit staat niet los van de samenleving. Maar hoewel het een algemeen probleem is moet de verantwoordelijkheid wel binnen dat hogeronderwijsveld opgenomen worden.

De huidige procedures en gang van zaken met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag schieten nog ruimschoots tekort. Doctorandi krijgen te maken met machtsmisbruik van hun begeleider, studenten moeten meer dan twee jaar wachten voor ze iets horen van hun melding over grensoverschrijdend gedrag, tuchtprocedures beschermen nog te vaak de betrokken professor. Het hoeft niet te verwonderen dat studenten zich niet gehoord voelen, niet geholpen, en het gevoel hebben dat ze in de kou blijven staan.

Centraal meldpunt waarin de student centraal staat

Minister van Onderwijs Ben Weyts besliste voor het zomerreces dit jaar, binnen de schoot van de Vlaamse regering, principieel vóór de oprichting van een centraal meldpunt. Bij dat (externe) meldpunt zouden studenten terecht kunnen voor hun melding van grensoverschrijdend gedrag, als ze het meldpunt aan hun instelling niet voldoende vertrouwen. Dat initiatief juichte en juicht VVS vandaag nog steeds toe.

Het zou voor studenten duidelijk zijn waarmee ze er terecht kunnen, namelijk voor alle vormen van grensoverschrijdend gedrag, zodanig dat ze niet te vaak doorverwezen zouden worden. Ieder slachtoffer zou op die manier zo snel mogelijk geholpen worden. Als neutrale derde zou het meldpunt advies kunnen verlenen aan de instelling en de minister van Onderwijs als er ‘patronen ontdekt zouden worden’. Het meldpunt zou ook expertise kunnen opbouwen en jaarlijks een rapport ter preventie kunnen afleveren.

Maar we spreken hier bewust in de voorwaardelijke wijs. Het meldpunt is op papier effectief, maar intussen merken we dat de implementatie vooral schort op dat laatste punt van expertiseopbouw. VVS hoopt sterk dat het meldpunt voor de onderwijsinstellingen niet zal worden ondergebracht in een algemeen meldpunt dat álle meldingen van grensoverschrijdend gedrag in Vlaanderen moet behandelen, waardoor het inboet aan slagkracht en voorbijgaat aan de specifieke context van de student.

Voorzitter Julien De Wit

“VVS vraagt een duidelijke consequence culture en roept de minister op om de eerdere beloftes waar te maken. We blijven ervan overtuigd dat hij de problematiek [van grensoverschrijdend gedrag] ten gronde wil terugdringen, maar dat gebeurt niet door middel van een besparingsoperatie.”

Voorzitter Julien De Wit

Zo dreigt de autoriteit van de beslissingen nooit op te wegen tegen die van de hogeronderwijsinstellingen en staat de student geen stap dichter bij een doortastende aanpak van grensoverschrijdend gedrag. “VVS vraagt een duidelijke consequence culture en roept de minister dan ook op om de eerdere beloftes te realiseren”, zegt voorzitter Julien De Wit. “We blijven overtuigd dat hij de problematiek ten gronde wil terugdringen, maar dat gebeurt niet door middel van een besparingsoperatie waarbij een algemeen meldpunt wordt opgericht dat voor alle gevallen van grensoverschrijdend gedrag bevoegd is.”

Preventie, preventie en nog eens preventie

Met VVS benadrukken we echter dat niet alleen het belang van adequate melding en opvolging van klachten, maar ook een efficiënt preventiebeleid. We zetten in ons advies in op sensibilisering zodat professoren, lectoren, assistenten en doctorandi zich bewust worden van do’s and don’ts rond professioneel gedrag en de grenzen van machtsverhoudingen. Dat moet gebeuren aan het begin van de loopbaan, maar ook aangehouden worden doorheen de carrière. Voor studenten vragen we opleidingen die aangeven dat ze zelf ook grenzen kunnen stellen en die hen weerbaar maken.

We nemen ook het uitgaansleven onder de loep en pleiten voor ‘Ask for Angela-campagnes’. Daarbij willen we de horeca mee in het verhaal betrekken en ervoor zorgen dat zij meer gewapend zijn om gepast te kunnen reageren op situaties van grensoverschrijdend gedrag tijdens het feesten.

Veilige omgeving voor studenten is cruciaal

Tot slot is het ook belangrijk dat studenten thuis veilig zijn. De wetenschap is hierin duidelijk: in tijden van economisch barre omstandigheden neemt huiselijk geweld en partnergeweld fors toe. De hogeronderwijsinstellingen staan hier echter niet machteloos tegenover en kunnen echt een verschil maken. Zo pleiten we voor de oprichting van noodkamers aan elke hogeronderwijsinstelling, zodat studenten een onveilige thuisomgeving, indien nodig, kunnen ontvluchten en hun studie op een veiligere manier kunnen voortzetten. We zien hierin ook een belangrijke verantwoordelijkheid weggelegd voor eerstelijnsinstanties zoals het OCMW, die thuissituaties beter kunnen beoordelen.

In datzelfde verband vragen we de overheid ook om de toepasbaarheid in de Vlaamse context van het Nederlandse handle-with-care-principe te bestuderen. Zo zal de politie na vaststelling van een incident thuis bij de student de hogeronderwijsinstelling kunnen informeren. De draagwijdte van het incident blijft vertrouwelijk en wordt niet meegedeeld uit respect voor de privacy van de student, maar het zorgt er wel voor dat de hogeronderwijsinstelling in staat is om eventuele ondersteunende maatregelen te voorzien in dialoog met de student.