Standpunt Oriëntering en remediëring

2023-09-18

Een goede overgang van het secundair naar het hoger onderwijs is cruciaal voor een student om zichzelf te kunnen ontplooien in het hoger onderwijs en op een degelijk tempo diens diploma te behalen. Onderzoek toont telkens opnieuw aan dat deze aansluiting moeilijk verloopt en studenten vaak onvoorbereid beslissingen (moeten) nemen die invloed hebben op hun leven en in het bijzonder op hun studievoortgang in het hoger onderwijs.Voor VVS slaat oriëntering echter niet alleen op de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs. Het gaat breder dan dat, het gaat namelijk over een volwaardige studieloopbaanbegeleiding in het volledige studietraject van een leerling. Hierbij moeten leerlingen stapsgewijs ondervinden wat hun talenten, ambities, competenties en interesses zijn. Hierbij is het voor VVS belangrijk dat gefocust wordt op elke leerling, want elke leerling heeft het recht om te weten wat diens interesses en talenten zijn

De Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) erkent dus het belang van een goede oriëntering om zo de beste kansen te kunnen bieden op een aangename studie-ervaring. In dit standpunt wil de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) daarom een blik werpen op hoe een goed oriënteringsbeleid er moet uitzien aan de hand van verschillende bouwstenen. Deze visie op oriëntering zal in dit standpunt ook concreet toegepast worden. Tot slot moet oriëntering ook hand in hand gaan met remediëring, zodat leerlingen en studenten zich op tijd en stond kunnen remediëren om zo studie successen te behalen.

De Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) vraagt dat

elke middelbare school een doordacht en alomvattend beleid en visie heeft omtrent oriëntering en onderwijsloopbaanbegeleiding;
leerlingen altijd zelf verantwoordelijk zijn voor de studiekeuze en daarin voldoende vrijheid krijgen;
een oriënteringsbeleid ook van toepassing is voor leerlingen in TSO en BSO-richtingen, ook zij hebben het recht om hun talenten, competenties en ambities te ontdekken;
een oriënteringsbeleid een proces is dat zo vroeg mogelijk begint, en niet pas in het zesde middelbaar;
de Colombusproef al in het vijfde middelbaar wordt gehouden in plaats van in het zesde middelbaar;
leerlingen goed voorbereid worden als ze naar SID-ins gaan en achteraf hierover kunnen reflecteren;
onderwijskiezer.be sterk aan diens tijd gemoderniseerd wordt opdat kandidaat-studenten alle juiste informatie op een heldere manier kunnen vinden;
scholen naast informatie over het aanbod van de studierichtingen, ook stilstaan bij de praktische kant van hogere studies zoals openlesdagen, studiebeurzen, op kot gaan en studiebegeleiding. Deze informatie is onontbeerlijk voor pioniersstudenten en andere meer kwetsbare groepen;
oriënteringsbeleid de mogelijkheid biedt aan leerlingen om via remediëring aan hun pijnpunten te werken;
een alomvattend oriënteringsbeleid rekening houdt met de zes studiekeuzetaken;
de individuele resultaten van oriënterende proeven, zoals de Vlaamse toetsen, nooit openbaar gemaakt mogen worden;
oriënterende proeven afgelegd mogen worden om de keuze van leerlingen van weloverwogen te maken en om zo een stimulans te kunnen zijn voor leerlingen om na te denken over een studie in het hoger onderwijs;
oriënterende proeven altijd moeten passen in een ruimer beleid en visie rond oriëntering en keuzebegeleiding, oriënterende proeven kunnen namelijk nooit op zichzelf staan;
de Vlaamse Overheid moet waken dat de starttoetsen geen oneerlijk resultaat geven aan bepaalde bevolkingsgroepen (gender, sociaal-economische status, etnisch-culturele achtergrond, functiebeperkingen, taal …);
wanneer men geen objectieve startcompetenties kan meten, men ook geen starttoets afneemt, aangezien deze onvoldoende kan inschatten wat de slaagkans is van een toekomstige student;
leerlingen en kandidaat-studenten altijd de mogelijkheid moeten hebben op een gesprek met een oriënteringsdeskundige;
een remediëringstraject na een slecht resultaat als tool moet worden aangeboden, maar niet verplicht mag zijn;
elke kleine school het equivalent van minstens een halftijdse medewerker, en middelgrote scholen het equivalent van minstens een voltijdse medewerker heeft die zich over de pedagogische visie van de school ontfermt omtrent oriëntering en onderwijsloopbaanbegeleiding;
de onderwijsinspectie nagaat of een school een visie over studieloopbaanbegeleiding heeft en deze ook in de praktijk omzet;
leerkrachten in het begeleidingstraject van leerlingen ondersteund worden door CLB’s, die op hun beurt versterkt moeten worden op het gebied van onderwijsloopbaanbegeleiding;
in de lerarenopleiding, opleiding maatschappelijk werk, opleiding psychologie en soortgelijke opleidingen minstens één keuzevak aangeboden wordt dat ingaat op keuzebegeleiding;
en dat de overheid voldoende financiële middelen vrijmaakt om een degelijk oriënteringsbeleid mogelijk te maken.

Contactgegevens

Rapporteur & contactpersoon: Joris Nitelet

Dossierbeheerder: Pieter Jespers

Contact: onderwijs@vvs.ac

De rapporteur is bij VVS verantwoordelijk voor de totstandkoming van een standpunt. Hij of zij toets af wat de VVS-leden in het standpunt weerspiegeld willen zien.

Contact bestuur VVS: info@vvs.ac, +32 (0)2 893 24 84

Het bestuur vertegenwoordigt VVS en wordt voor één academiejaar verkozen door de leden van de algemene vergadering.